









Na een vorstelijke nacht tijd om Lissabon in te gaan. Allereerst in de rij om het klooster van Hieronumos in te gaan en daarna naar de haven en de Joodse wijk. De zon scheen heerlijk dus geen straf om even in de rij te staan. Er lag hier eigenlijk wel een logistieke klus voor Michel, maar hij heeft hem genegeerd. De rijenmanager had zijn “ik ben de baas dag” waardoor de rij alleen maar groeide en groeide. Onze ergernis ook, of eigenlijk vooral de mijne. Maar de rijenbaas leek zichtbaar te genieten van zijn dag. Wij genoten ook toen we binnen waren. Mooie bewerkte boogconstructies die boel overeind hielden. De vroege ochtendzon die mooie schaduwen bezorgde en alle kleuren deed spreken.










Het klimmen in de Joodse wijk was wat minder. We zijn weer flink geoefend in trappenlopen. Ik was onder de indruk van een strak trappenhuis naar boven. Zie de 1e foto na deze alinea. Maar eenmaal boven en op het terras uitpuffend en genietend van het uitzicht, heerlijk. Goede relaxte sfeer en een lekker tosti. Uitzicht over allerlei daken, graffiti, bouwvallen, dakterrasjes etc. Even de kuiten tot rust laten komen. Eenmaal in de buurt moet je natuurlijk ook de rij in voor de beste Pastels de Belém. In het park de eerste 2 opgegeten. Hierna de stad weer uit, naar de volgende Pousada in Palmela. Onderweg een ooievaarsflat gezien (in een elektriciteitsmast).









